Klik hier voor de advents vespers 2024 in PDF

 

2e Adventsvesper, 8 december 2024 om 17.00 uur in de Grote Kerk

Liturg: Lydia Kes

Organist: Hans Jütte.

Orgelspel                                                                                                               

Luiden van de klok

Hoort, gij volken, allemaal, bemerk het, aarde en wat haar vult

Nu zal de Heer JHWH tot getuige zijn tegen jullie, de Heer vanuit zijn heilige tempel.

Ja, zie JHWH komt tevoorschijn uit zijn plaats.

Hij daalt af, Hij betreedt de hoogten der aarde.

Onder hem smelten de bergen, de dalen splijten zich open,als was het voor vuur.

Als water, neerstortend langs de helling.

(naar Micha 1: 2 – 4; tekst: Karel Deurloo)

Openingsvers(staande): Lied 463: 1, 2, 3, 6, 7, 8

1 Licht in onze ogen, redder uit de nacht,

   Geldt uw mededogen nog wie U  verwacht?

2 Als der mensen trooster roepen wij U aan:

   Noem de namelozen met een nieuwe naam!

3  Herder, wil behoeden, wie in ’t duister valt.

    Keer hun lot ten goede, licht dat stralen zal!                                   

6  Kyrie eleison, dat Gij u erbarmt,

   Onze kille koude met uw licht verwarmt!

7  Christe eleison, nog is niet verstomd

    Ons verlangend roepen dat Gij spoedig komt!

8 Kyrie eleison, wees genadig, Heer!

   Breng ons naar de morgen wacht niet langer meer!

  

Liturg:             Heer, open mijn lippen

Allen:              Mijn mond zal zingen van Uw eer

Liturg:             God, kom mij te hulp

Allen:              Heer, haast U mij te helpen. Amen

Lezing uit het Oude Testament: Micha 4: 6 t/m 13

Zingen: Lied 439: 1, 2, 3

1 Verwacht de komst des Heren, o mens, bereid u voor:

  reeds breekt in deze wereld het licht des hemels door.

  Nu komt de Vorst op aard, die God zijn volk zou geven;

  ons heil ons eigen leven vraagt toegang tot ons hart.

2 Bereid dan voor zijn voeten de weg die Hij zal gaan:

   wilt gij uw Heer ontmoeten, zo maak voor Hem ruim baan.

   Hij komt, - bekeer u nu, verhoog de dalen, effen

   de hoogten die zich heffen tussen uw Heer en u.

3 Een hart dat wacht in ootmoed is lieflijk voor de Heer,

   maar op een hart vol hoogmoed ziet Hij in gramschap neer.

   Wie vraagt naar zijn gebod en bidden blijft en waken,

   in hem wil woning maken het heil, de Zoon van God.

  

Lezing uit de Psalmen: 25 (geheel)

Zingen: Psalm 25a

 

1 Mijn ogen zijn  gevestigd op God, of Hij mij redt.

   Mijn hart, hoezeer onrustig, heb op Hem gezet

   Kan ik de nacht verduren, waarin Gij verre zijt?

   Gij zult mijn voeten sturen in ’t duister van de tijd

2 Maar wees mij dan genadig en richt mijn leven op

    dat ik opnieuw gestadig kan gaan in ’s levens loop.

   Mijn hart, hoezeer onrustig, heb ik op U gezet,

   Mijn ogen zijn gevestigd op U, tot Gij mij redt.

Lezing uit het Nieuwe Testament: Johannes 1: 19 t/m 28

Liturg:             Woord van de Heer.

Allen:               Wij danken God.

Zingen: Lied 452: 1, 3

1 Als tussen licht en donker de tijd zijn stroom versnelt,

   zijn wij in U verzonken, ons hart raakt niet ontsteld

   Gij leeft en houdt de wacht, wij hebben niets te vrezen,

   De slaap zal ons genezen. Gij waakt de ganse nacht.

3 O hemellichaam, Jezus, dat ieder mens verlicht,

   Wij staan in U te lezen, Gij zijt ons vergezicht.

   De dageraad breekt aan, uw komst is niet te keren,

   Wil ons de eenvoud leren, leer ons uw toekomst aan!

 Moment van inkeer en verstilling

Gebeden. Iedere voorbede wordt zingend afgesloten met de acclamatie uit Lied 367(2x)

Stil Gebed

Onze Vader

Avondlied 243: 1, 4, 5

1 O Heer mijn God, ook deze nacht zij lof en eer U toegebracht

   omdat Gij dag en duister schept en ons het licht gegeven hebt.

4  Is deze arbeidsdag voorbij, dat mij de slaap een balsem zij.

   Dan zal ik zijn in ’t nieuwe licht als één die graag zijn dienst verricht.

5  Wanneer mij slapeloosheid kwelt, geef dat uw Geest mij vergezelt.

    Laat mij niet raken in de macht der boze geesten van de nacht.

Zegenbede:             Moge de Heer ons zegenen en bewaren.

Zingen Lied 431b     Amen

 

Orgelspel

Adventsvespers 2024

3e Adventsvesper, 15 december 2024 om 17.00 uur in de Grote Kerk

Liturg: Barnet Kansil

Organist: Dirk Kes

Orgelspel                                                                                                               

Luiden van de klok

Hoort, gij volken, allemaal, bemerk het, aarde en wat haar vult

Nu zal de Heer JHWH tot getuige zijn tegen jullie, de Heer vanuit zijn heilige tempel.

Ja, zie JHWH komt tevoorschijn uit zijn plaats.

Hij daalt af, Hij betreedt de hoogten der aarde.

Onder hem smelten de bergen, de dalen splijten zich open,als was het voor vuur.

Als water, neerstortend langs de helling.

(naar Micha 1: 2 – 4; tekst: Karel Deurloo)

Openingsvers(staande): Lied 437: 1 t/m 4

1 Kom tot ons, scheur de hemelen, Heer                             2 Dauw, hemelen, schenk u maatloos uit,

   daal, Heiland uit uw hemel neer.                                          daal, Heer, als dauw op dorstig kruid.

   Ruk open, rijt ze uit het slot,                                                 Gij wolken, breek in regens neer,

   de hemel-deuren, Zoon van God                                            regen de Heiland, Israëls Heer.

3 Breek, aarde, uit, breek uit in pracht,                                4 Waar blijft Gij toch, o ’s werelds troost

    dat berg en dal van lente lacht.                                             die wij verbeiden onverpoosd?

   O aarde, wek die roze rood,                                                   O daal toch uit uw hoog paleis

   ontspring, Heer, aan der aarde schoot.                                  in ons verloren paradijs.

Liturg:             Heer, open mijn lippen

Allen:              Mijn mond zal zingen van Uw eer

Liturg:             God, kom mij te hulp

Allen:              Heer, haast U mij te helpen. Amen

Lezing uit het Oude Testament: Micha 5: 1 t/m 8

Zingen: LvdK 125: 1, 2, 4, 5

1 O kom, o kom, Immanuel, verlos uw volk, uw Israël,

   herstel het van ellende weer, zodat het looft uw naam, o Heer!

   Weest blij, weest blij, o Israël! Hij is nabij, Immanuel!

2 O kom, Gij wortel Isaï, verlos ons van de tyrannie,

  van alle goden dezer eeuw, o Herder, sla de boze leeuw.

  Weest blij, weest blij, o Israël!  Hij is nabij, Immanuël!

4 O kom, Gij sleutel Davids, kom en open ons het heiligdom;

   dat wij betreden uwe poort, Jeruzalem o vredesoord!

  Weest blij, weest blij, o Israël! Hij is nabij , Immanuël!

5 O kom, die onze Heerser zijt, in wolk en vuur en majesteit.

   O Adonai die spreekt met macht, verbreek het duister van de nacht.

   Weest blij, weest blij, o Israël!  Hij is nabij, Immanuel!

Lezing uit de Psalmen: 85  (geheel)

Zingen: Psalm 85: 1, 3, 4

1 Gij waart goedgunstig voor uw land o Heer, in Jakobs harde lot bracht Gij een keer.

   De schuld uws volks wilt Gij niet gadeslaan. Gij hebt hun zonden uit uw boek gedaan.

  Gij die de vlammen van uw toorn bezweert, Gij hebt U van uw gramschap afgekeerd.

  God van ons heil, herstel ons, neem ons aan en doe uw toorn niet over ons bestaan.

3 Bij wie hem vrezen is zijn heil geplant !   Zijn  heerlijkheid zal wonen in dit land,

  het heilig land waar goedheid trouw ontmoet, het recht de vrede met een kus begroet;

  de trouw die uit de aarde opwaarts schiet, het recht dat uit de hemel neder ziet.

  De velden deelt Hij van zijn overvloed, de Here die ons zegent met zijn goed.

4 Waar Hij ook gaat, de vrede gaat Hem voor, liefde en trouw ontspruiten in zijn spoor.

  Gerechtigheid is voor zijn aangezicht, zij bloeit alom waar Hij zijn voetstap richt.

 Lezing uit het Nieuwe Testament: Johannes 8: 12 t/m 19

Liturg:             Woord van de Heer.

Allen:              Wij danken God.

Zingen: Lied: 939: 1, 3

1 Op U alleen, mijn licht, mijn kracht, stel ik mijn hoop. U zorgt voor mij.

   Door golven heen, door storm en nacht leidt mij uw hand. U blijft nabij.

   Uw vrede diep, uw liefde groot verjaagt mijn angst, verdrijft de dood. 

   Mijn vaste rots, mijn fundament, U bent de grond waarop ik sta.

3  Van eerste kreet tot laatste zucht leef in U, en U in mij,

   Geen boze macht, geen kwaad gerucht, niets  is er dat mij van U scheidt

   Want U regeert, U overwint, U neemt mij aan. Ik ben Gods kind.

   Totdat U komt, mij roept voorgoed, bent U het doel van mijn bestaan.

Moment van inkeer en verstilling

Gebeden. Iedere voorbede wordt zingend afgesloten met de acclamatie uit Lied 367b (2x)

Stil Gebed

Onze Vader

Avondlied 243: 1, 6, 7

1 O Heer mijn God, ook deze nacht                   6 De dromen gaan hun eigen weg,

   zij lof en eer U toegebracht                               neem Gij het duister dreigen weg

   omdat Gij dag en duister schept                         Verjaag de wolven van uw schaap

   en ons het licht gegeven hebt.                           want ik ben weerloos als ik slaap

  

                                               7 Loof God de Heer die eeuwig leeft,

                                                  alles uit niets geschapen heeft,

                                                  die ons tot aan zijn dag behoedt !

                                                  en onze ogen open doet!

Zegenbede:             Moge de Heer ons zegenen en bewaren.

Zingen Lied 431b     Amen

Orgelspel

Adventsvespers 2024

4e Advent: 22 december 2024 om 17.00 uur in de Grote Kerk

Liturg: Daniëlle Springer

    Organist: Sebastiaan van der Pluijm.

Orgelspel                                                                                                               

Luiden van de klok

Hoort, gij volken, allemaal, bemerk het, aarde en wat haar vult

Nu zal de Heer JHWH tot getuige zijn tegen jullie, de Heer vanuit zijn heilige tempel.

Ja, zie JHWH komt tevoorschijn uit zijn plaats.

Hij daalt af, Hij betreedt de hoogten der aarde.

Onder hem smelten de bergen, de dalen splijten zich open,als was het voor vuur.

Als water, neerstortend langs de helling.

(naar Micha 1: 2 – 4; tekst: Karel Deurloo)

Openingsvers(staande): Lied 475: 1, 2, 3

1 Ik mag hier aan uw  kribbe staan,                                      2 Voor ik als kind ter wereld kwam,

   Heer Jezus, licht en leven                                                      zijt Gij voor mij geboren.

   Ik draag U als geschenken aan                                              Eer ik een woord van U vernam

   wat Gij mij hebt gegeven.                                                     hebt Gij mij uitverkoren

   U zij mijn hart en ziel gewijd,                                                Voordat uw hand mij heeft gemaakt,

   mijn geest, mijn zin, mijn innigheid.                                      werd ik een kindje, arm en naakt,

   O neem ze aan als gaven                                                       hebt Gij U mij gegeven.

                                               3 Te midden van de nacht des doods

                                                  zijt Gij, mijn zon, verrezen

                                                  O zonlicht, mild en mateloos,

                                                  uw gloed heeft mij genezen.

                                                  O zon die door het donker breekt

                                                  en ’t ware licht in mij ontsteekt,

                                                  hoe heerlijk zijn uw stralen.

Liturg:             Heer, open mijn lippen

Allen:              Mijn mond zal zingen van Uw eer

Liturg:             God, kom mij te hulp

Allen:              Heer, haast U mij te helpen. Amen

Lezing uit het Oude Testament: Micha 7: 8 t/m 20

Zingen: LvdK 123: 1, 2, 3

1 De naam des Heren nadert reeds van verre,                     2 Hij schittert als het licht van zeven dagen,

  Jeruzalem, ga op de heuvel staan;                                         Hij zetelt op de veste van uw lied;

  Hij tooit u met de heerlijkheid der sterren,                           gij zult de volken van uw heil gewagen

  gij, kroon der schoonheid, hef uw bruid-zang aan.               die dringen rond uw heilig grondgebied.

3  Jeruzalem, gij zijt de troost der Schriften,

    en groot is uw volharding en geduld,

    sta op en zie: dit is het eind der zuchten,

    de Heer der tijden heeft uw dag vervuld.

Lezing uit de Psalmen: 43 (geheel)

Zingen: Psalm 43: 3, 4, 5

3 O Here, God, kom mij bevrijden,                                       4 Dan ga ik op tot uw altaren,

   zend mij uw waarheid en uw licht                                         tot U, o bron van zaligheid

   die naar uw heilge berg mij leiden,                                       Dan mag mijn ziel uw heil ervaren

   waar Gij mij woning wilt bereiden.                                        en dankbaar ruisen alle snaren

   Geef dat ik door U opgericht                                                  voor U die al mijn vreugde zijt

   kom voor uw aangezicht.                                                       en eindloos mij verblijdt.

                                               5 Mijn ziel, hoe zijt gij zo verslagen,

                                                  mijn hart, wat kwelt gij u zozeer?

                                                  Vertrouw op ’s Heren welbehagen.

                                                  Hij doet weldra de morgen dagen  .

                                                  Ja, ik zal zingen tot zijn eer:

                                                  mijn redder is de Heer.

Lezing uit het Nieuwe Testament: Matthëus 24: 3 t/m 14

Liturg:             Woord van de Heer.

Allen:              Wij danken God.

Zingen: Lied 445: 1, 2, 4

1 De nacht is haast ten einde,                                   2 Zo is ons God verschenen

   de morgen niet meer ver                                          in onze lange nacht.

   bezing nu met verblijden                                           Hij die de engelen dienen

   de heldere morgenster                                              die eeuwen is verwacht,

   Wie schreide in het duister                                       is als een kind gekomen

   begroet zijn klare schijn                                             en heeft der wereld schuld

   als hij met al zijn luister                                             nu zelf op zich genomen

   straalt over angst en pijn.                                          en draagt ze met geduld.               

                                               4 God lijkt wel diep verborgen

                                                  In onze duisternis

                                                  maar schenkt ons toch een morgen            

                                                  die vol van luister is..

                                                  Hij komt ons toch te stade

                                                  ook in het strengst gericht

                                                  Zijn oordeel is genade,

                                                  zijn duisternis is licht.

           

Moment van inkeer en verstilling

Gebeden. Iedere voorbede wordt zingend afgesloten met de acclamatie uit Lied 367b (2x)

Stil Gebed

Onze Vader

Avondlied 518: 1, 4

1 Hoe helder staat de morgenster,                                       4 Hoe lieflijk is uw gelaat;

   en straalt  mij tegen van zo ver,                                            als Gij uw ogen op mij slaat,

   de luister van mijn leven.                                                      dan doet de vreugd mij beven.

   Kom tot mij, zoon van David, kom,                                       Gij Jezus, zij zo trouw en goed;

   mijn koning en mijn bruidegom,                                           uw woord en geest, uw vlees en bloed,

   mijn hart wil ik U geven                                                        zij zijn mijn ziel, mijn leven.

           Lieflijk,                                                                                       Heer des                                          

         vriendelijk,                                                                                  hemels

       schoon en heerlijk,                                                                 laat, getrouwe,

        zo begeerlijk,                                                                       mij aanschouwen

       mild in ’t geven                                                                        uw erbarmen.

   stralend, vorstelijk verheven                                                 Herder neem mij in uw armen.                                                    

   

Zegenbede:             Moge de Heer ons zegenen en bewaren.

Zingen Lied 431b     Amen

Orgelspel